Zaterdag gaan we Valdivia in, Vincent heeft behoefte aan goede koffie. En we hopen een boottour door het natuurgebied in de delta te kunnen regelen. Aan één van de kades is het druk, daar blijkt de grote vis- en groentemarkt te zijn. Bij één van de hokjes met boottochten staan we stil. Verderop twee touristen die in gesprek zijn met de meneer van het hokje. “English?” vragen de toeristen, en of wij ook op zoek zijn naar een boottour, en met hun mee willen. Dat ging makkelijk! De toeristen komen uit Californië en spreken Spaans, dat is nog makkelijker. Om kwart voor vier verzamelen op de kade. We maken nog even verder kennis en gaan dan elk ons weegs tot die tijd.

Op de vismarkt wordt van alles verkocht: mosselen, abalones, hele inktvis, zee-egels, en een schijf tonijnsteak met een doorsnee van meer dan dertig centimeter en een dikke van meer dan vijftien centimeter. Ik ben Vincent even kwijt, en vind hem later terug met een brood van de markt onder de arm. Bij de vismarkt liggen gigantische zeeleeuwen op een ponton, te wachten op het einde van de markt en de schoonmaak. We staan er met grote ogen naar te kijken, en naar de pelikanen, gieren en aalscholvers.

Dan gaan we naar Vincent’s hippe koffietentje. Valdivia is vrij groot, een universiteitsstad en wordt regelmatig genoemd als mooiste stad van Chili. Bij onze aankomst zijn wij juist door het arme deel gekomen.

De Californische toeristen hadden een trui van alpacawol laten zien die ze voor weinig hadden gekocht op de toeristenmarkt. Dat wil ik ook wel, dus gaan wij ook kijken. Ik heb het gevoel dat ik afgezet word en Google er nog eens naar. Echte alpaca producten zouden 40-60 Amerikaanse dollars moeten kosten, dus wat die toeristen hadden gekocht kan niet echt zijn. Dan toch maar als we weer in Santiago zijn bij de fairtrade winkels kijken en iets meer betalen. Dan even lunchen, proberen iets gezonds te vinden.

Uiteindelijk is het tijd voor de boottocht. Het blijkt dat ze best een grote groep toeristen hebben verzameld, maar wij gaan lekker op het achterdek zitten om het goed te kunnen zien. De Californische toeristen komen even later. De gids roept wat info om, en wanneer relevant vertalen onze nieuwe vrienden het. Er was al gezegd dat er mogelijk een bezoek aan een bierbrouwerij gebracht zou worden. Uiteindelijk varen we een uur door de delta, zien heel veel zwarthalszwanen en dan wordt er ergens aangelegd. Het tweede uur wordt de hele groep door de gids meegevoerd van kraampje naar ciderproeverijtje naar tentje waar bier en middagthee genoten kan worden. Dus: stimulering van de lokale economie. Tegen de tijd dat dat klaar is, is het donker en koud op het achterdek. De Californische toeristen hebben het erg koud! Het natuurgebied was uiteindelijk een bijzaak van de tour. Een bijzondere ervaring was het wel, en gelukkig hadden we mensen om waar nodig te vertalen want anders hadden we er niks van begrepen.

Avondeten doen we bij een wat sjieker restaurant. We zijn de eerste gasten van de avond en kunnen dus lekker bij de open haard.


Vannacht hebben we wel gordijnen, die zijn vers binnengekomen. Tijdens het ontbijt spotten we kolibries in de tuin!

Zondag wil Vincent naar een natuurgebied aan de andere kant van het water: het Valdiviaanse (niet-tropische) regenwoud. Daar moeten we met een pontje heen. Dat blijkt elk uur te gaan en zit net vol als we aankomen. Dus lezen we geduldig een boek. Daarna, aan de overkant, kan Vincent lekker slingeren over de weg langs de Pacifische kust. Het laatste stuk van de weg is onverhard, dwars door dat regenwoud. We vinden het begin van een pad dat moet leiden naar de wandelroute die Vincent eigenlijk had opgezocht. We wandelen een goed stuk in de rimboe, besluiten dan terug te keren omdat het toch al wel laat wordt. Op de terugweg hebben we allebei het gevoel dat ons zicht een beetje vervormd wordt, psychedelisch. Gelukkig bereiken we gewoon de auto. Net voordat we de verharde weg weer bereiken zetten we de auto even aan de kant om van de zonsondergang boven de oceaan te genieten.

Een half uur voor vertrek van de veerpont komen we daar aan, maar er staat al een behoorlijke sliert auto’s. Vincent sluit netjes aan, ik haal empanadas en koffie. Dan komt er net beweging in de sliert, maar de laatste auto die nog op de veerpont past is die voor ons. Dat wordt dus een uur wachten! Gelukkig hebben we warm eten, drinken en goed gezelschap. Ik typ mijn verslag alvast op mijn telefoontje.

Uiteindelijk komen we aan de andere kant aan. Het lijkt mistig, maar eigenlijk is het rook van alle houtgestookte kachels. Niet een goede plek voor mensen met gevoelige longen.


Felipe stuurt ons berichtjes dat hij ziek is, waarschijnlijk swine flu, en dat we 19-20/6 misschien toch maar niet bij hem moeten logeren op weg naar ons volgende adres. Zielig, hij is nog nooit zo ziek geweest zegt ie, en hij was voor een paar dagen op veldwerk en moest nog terugvliegen.